Skip to main content

Esther Aarts

Vrij werk voelt als zwemmen in de open zee. Doe mij maar een zwembad’

Vrijdagochtend, kopje koffie, een koekje en twee flesjes bier van Oersoep. Ik schuif aan bij Esther Aarts, illustrator uit Nijmegen. Esther: “We voeren hier op kantoor een bewust koffie- en koekjesbeleid. Dat moet goed zitten.” Die biertjes? Daar komen we later op terug.

Tekst: Elma Vriezkolk

Dit artikel is geschreven in 2021, wil je zien waar Esther op dit moment mee bezig is? Check dan haar website.

Esther: “Hoor ik bij het thema Kunst?
Nee, ik zie mezelf niet als kunstenaar. Ik ben eigenlijk altijd een tekenaar geweest. Op school, als jong meisje al, tekende ik altijd. Ook van de rekenles maakte ik een tekenles. Ik kon prima leren hoor, maar ik had er niet altijd zin in. Wel in tekenen dus. Ik tekende onder andere voor de schoolkrant en op de middelbare school had ik natuurlijk tekenen als examenvak. Daarna ben ik naar de Kunstacademie in Maastricht gegaan. Ik merkte al gauw dat een traditionele opleiding minder goed bij me past, dus heb ik toen een pauze genomen. En die pauze duurt nog steeds voort (lachend!).”

Je hebt daarna dus geen nieuwe opleiding meer opgepakt?
Esther: “Nee, het werkte voor mij het best om vooral te gaan doen, leren in de praktijk, in plaats van studeren. Ik ben duidelijk een autodidact.”

Hoe mogen we jouw stijl omschrijven?
Esther: “Ik illustreer figuren, hun fysieke beweging en bijbehorende­­­ emoties. Denk aan metaforen als ‘grijpen’ of ‘klemzetten’. Dit kun je letterlijk zien als een fysieke beweging, maar het staat natuurlijk ook symbool voor de emotie die daarbij hoort.”

Wat vind je leuk aan je werk?
Esther: “Lezen! Het heerlijke is dat ik veel moet lezen, om een goed beeld te krijgen van welke illustratie erbij past. Daarnaast lees ik ook veel over de economische en politieke trends in Amerika en Engeland, zodat ik een gevoel krijg bij de onderstromen­­­ die daar actueel zijn. Vaak blijkt dat een voorspeller voor wat er in Europa of in Nederland gaat komen. Ik lees voornamelijk Engelstalig, omdat je daarmee een veel bredere blik op de wereld krijgt, dan wanneer je alleen Nederlandstalig leest.”

Wat me opvalt, als je op haar website en Instagram kijkt, is dat ze veel internationale opdrachtgevers heeft.

Hoe kom je aan klanten als de New York Times?
Esther: “Heel simpel.­­­ Ik heb mijn werk naar ze opgestuurd­­­ en aangegeven­­­ dat ik graag voor ze wilde werken. Dat heb ik bij meer klanten gedaan­­­ en dat werkte goed. Klinkt heel logisch, maar ik denk dat lang niet iedereen die stap zet.”

Kun je uitleggen hoe zo’n opdracht verloopt?
Esther: “Ik ontvang de tekst van het artikel. Dat lees ik eerst een keer door, daarna lees ik het nog een keer en markeer ik specifieke elementen uit de tekst. Daarna bepaal ik welke metafoor of expressie ik kan illustreren. De schetsen stuur ik op en na hun reactie werk ik het definitief uit. Dit heeft dan een doorlooptijd van ongeveer vijf tot tien dagen.”

Hoe kijk jij aan tegen vrij werk? Heb je daar tijd voor en wil je dat ook?
Esther: “Voor mij is vrij werk geen must. Ik weet dat dat voor veel kunstenaars wel zo is, maar ik voel me eigenlijk prima bij ‘werken in opdracht’. Dat geeft heldere­­­ kaders, deadlines. Ik zie dat een beetje­­­ als zwemmen in een zwembad: met kaders­­­ waarbinnen ik me kan bewegen. Het vrije werk voelt eerder als zwemmen in de open zee, minder richtinggevend. Ik doe wel aan vrij werk hoor, vooral als het even wat rustiger is.”

Weet je van wie je je talent hebt?
Esther: “Mijn ouders zijn allebei makers. Mijn vader ontwerpt gebruiksvoorwerpen en bouwt ze dan zelf. Mijn moeder is met pensioen, maar werkt nog steeds aan technische oplossingen voor musea. Ze vinden het wel bijzonder dat mijn werk ook echt je werk kan zijn.”

Kun je iets over jouw werkplek vertellen?
Esther: “Ja, ik zit hier samen met een tekstschrijver op kantoor. Bij de Zeepfabriek werken allerlei creatievelingen, vaak met meerdere ondernemers per kantoor. In de zomerperiode zien we elkaar vaker en af en toe organiseren­­­ we een gezamenlijke expositie of een evenement om te kunnen laten zien wie we zijn.”

Even terug naar deze biertjes, vertel eens, waar kijk ik naar?
Esther: “Oersoep vroeg me of ik voor een biertje een etiket wilde ontwerpen. Ik mocht zelf kiezen bij welk biertje ik dat wilde doen. Ik koos voor de sexy motherbocker.­­­ Ze waren erg blij met het eindresultaat en ikzelf ook moet ik zeggen. Daarna vroegen ze me nog een illustratie te maken voor het biertje offspring: een lentebiertje. Offspring betekent ook nakomelingen,­­­ dus werd het een huppelend stel, in de lente, tussen de bloemetjes en de bijtjes.”

Wat betekent Nijmegen voor jou?
Esther: “Het is voor mij allereerst een fijne plek om te wonen. Wat ik verder heel prettig vind is dat je met de fiets binnen twintig minuten overal in het groen uitkomt, welke kant je ook op fietst. Zowel in De Ooijpolder, als in Groesbeek of De Overasseltse­­­ en Hatertse Vennen vind je prachtige en verschillende­­­ stukken natuur. Voor mijn werk ben ik niet afhankelijk­­­ van deze stad.”

Tot slot, zijn er nog dromen die je met ons wilt delen?
Esther: “Op dit moment heb geen grote dromen. Ik ben blij met wat ik nu doe en ga daar voorlopig lekker mee door.”

De volgende keer dat ik op het terras een biertje drink, kijk ik net even anders naar de etiketten!

Website: estheraarts.nl

Instagram: @estaaarts

Opdrachtgevers: o.a. VPRO-gids – On Stage, The New York Times, Volkskrant, Radboud Magazine, De Correspondent

Werkplek: Zeepfabriek Nijmegen